Rumsfeld de filosoof

     Een van de grotere filosofen van onze tijd: Donald Rumsfeld, die in de aanloop naar de oorlog in Irak, op zoek naar vernietigingswapens, in een interview op CNN stelde:

Reports that say that something hasn't happened are always interesting to me, because as we know, there are known knowns; there are things we know we know. We also know there are known unknowns; that is to say we know there are some things we do not know. But there are also unknown unknowns, the ones we don't know we don't know. And if one looks throughout the history of our country and other free countries, it is the latter category that tend to be the difficult ones.

     Deze laatste opmerking, die gemakkelijk begrepen zou kunnen worden als een klassiek geval van paranoia, beschouw ik als een uitnodiging om door middel van observaties en filosofische reflectie toch een blik te kunnen werpen op een wereld waarvan wij niet weten dat wij het niet weten.
     Maar ik wil in tegenstelling tot Rumsfeld geen valse verwachtingen of angst scheppen, mijn nieuwsgierigheid gaat uit naar wat er wèl is als wij door een spleet in de werkelijkheid kijken naar wat er niet is.Het geheim toont zich in de afwezigheid. Zou Hitler nog Hitler zijn zonder snor?
     Ik denk dat de invloed van Rumsfeld op het beleid van George Bush Jr. heeft geleid tot de inval in Irak, en daarmee meer ellende heeft veroorzaakt dan het heeft opgelost. Het exacte moment waarop deze beslissing genomen werd is niet aan te wijzen, daarvoor moet je toegang hebben tot de inner circles van de Amerikaanse politiek, iets wat voor ons, gewone Europese stervelingen, niet is weggelegd. Daarmee is de beslissing lot geworden, voor ons, en voor de Irakezen. Voor iedereen die geen invloed op deze beslissing kon uitoefenen.En om daarmee om te gaan, met ons lot, zoek ik een andere manier om ernaar te kijken. Door ironie, ‘Rumsfeld is een filosoof’ maar vooral ook door aandacht te schenken aan de schijnbaar betekenisloze details die zich in de periferie van alle gebeurtenissen in ons bestaan afspelen, door middel van de periscoop van de taal.
    
Mijn vriendin heeft een tijdlang met pastelkrijt krantenfoto’s bewerkt waarop het wereldnieuws stond afgebeeld. Ze krijtte het onderwerp uit de foto weg, zodat alleen nog de achtergrond overbleef: een wolkenlucht, een straat,een gebouw, waar alleen het silhouet van het centrale onderwerp zichtbaar was. Dat is de grafische variant van wat ik probeer. Verzet tegen de werkelijkheid.

Parijs

Sociale partners en de overheid hebben een belangrijke stap gezet in de richting van geen toekomst. (Jeroen Mettes)

    Onder het mom, dat bij anderen motto wordt genoemd, hebben onze leiders dat het altijd erger kan of slechter had kunnen aflopen, realistisch doelen en compromissen bereikt. We zullen het er mee moeten doen. Deze realistsche doelen zijn denk ik niet realistisch, omdat erg trage processen, zoals het smelten van de ijskappen en het stijgen van de zeespiegel niet goed zintuigelijk waarneembaar zijn. Net zo min als je de niet de veroudering in je eigen gezicht ziet elke ochtend. Kunstenaars zijn daar soms wel toe in staat, niet alleen door het verhaal te vertellen van de eerste slachtoffers van klimaatveranderingen, maar ook op een abstractere manier, zoals het neerleggen van grote blokken smeltend ijs.
    Douwe Draaisma schreef het boek: ‘Waarom het leven sneller gaat als je ouder wordt.’ Des te meer reden om de inrichting van de wereld niet over te laten aan de ouderen, maar vooral jongeren daar bij te betrekken. Zij hebben veel beter dat wat Musil schrijft, naast werkelijkheidszin ook mogelijkheidszin, dus gevoel voor dat wat zou kunnen.

Wenken

    Ik fietste over het Prinseneiland, en naast me in de straat ging een automatisch hek open, waarachter zich een parkeergarage had ingegraven. Een man stond in de opening en wenkte een autootje dat beneden aan de hellingbaan stond naar boven. Hij deed dat met een armgebaar dat een beetje op de serveerbeweging van een tennisser leek: bovenhands.
    Door de uitbundigheid van de beweging had het geheel iets vrolijks, alsof hij de auto naar boven roeide. Het wenken in Nederland is een bovenhandse aangelegenheid, en de beweging drukt solidariteit uit, datgene wat gewenkt wordt moet zich boven over de wenker heen verplaatsen. En dit vrijwillig afstaan van de hoofdrol van de wenker aan het gewenkte, zou de overtuigingskracht moeten vergroten, omdat het eigenlijk zegt: kom op, het maakt niet uit, we gaan samen op weg. Ik heb weliswaar de leiding, maar daar doe ik niet moeilijk over.
    In zuidelijke en oostelijke landen (lastig om niet meteen allerlei post-koloniale boventonen te veroorzaken) is de wenkbeweging vaak onderhands, zoals je in een vijver een kindermutsje naar de kant krijgt door met je hand in het water de juiste stroming op te wekken. Deze onderhandse beweging drukt een strengere hierarchie uit. De wenker plaatst het gewenkte onder zich, lager dus. Maar aan de andere kant heeft het iets geruststellends, verberg je onder mijn rokken, ik geef je bescherming.
    Mijn vraag is of dit een cultureel verschil is, en als dat zo is, waar dat dan door veroorzaakt zou kunnen worden. Tenslotte zijn klasseverschillen in Amsterdam net zo goed aanwezig als in Cairo, of Jeruzalem, of Mumbai.
    Bij motorrijders is binnen één categorie hetzelfde te zien. Hoe belangrijker de motorrijder zich bij het groeten van een andere rijder voelt, hoe lager de groet wordt uitgevoerd. Met als toppunt het nouwelijks waarneembare optillen van de pink. Voor de consistentie van dit verhaal laten we maar even buiten beschouwing dat motorrijders die anderen inhalen soms het gas niet kunnen loslaten, waardoor ze met een voetbeweging groeten.
    Maar nog lager kan ook, het schoorvoetend gehoorzamen. Als de schoenzolen bij het lopen de aarde niet meer los willen laten en al wennen aan het zich daarmee vermengen. Ik ben bereid te sterven, ik kom naar je toe, maar dood me niet.

De ernst van het feit, arme vvd

    De politica, die in feite alleen de vrouw was van een politicus, maar daardoor toch zelf had gezien dat het vak van haar man meer voor- dan nadelen met zich meebracht, die politica dus, was uiteindelijk in de locale criminaliteit beland, die overzichtelijke criminaliteit die zich hoofdzakelijk binnen één gemeentegrens beperkt, en waarbij kleine aannemers, bouwbedrijfjes, hennepkwekers en tegelhandelaren met een vanzelfsprekende liberale inborst, haar eerst hadden uitgenodigd, vervolgens vergezeld, maar uiteindelijk alleen hadden gelaten.
    Toen was ze tegen de lamp gelopen, en ook dat was eerder aan de levenswandel van haar man te wijten geweest, die nog veel meer dan zijzelf er een luxueuze levensstijl op na had gehouden. En het maar blijven ontkennen van de enorme zichtbaarheid daarvan, met zijn zwembad in de achtertuin, twee monstrueuze auto’s voor de deur, ingewikkelde kledij en geheimzinnige tikkende talismannen om hun pols, was uiteindelijk de politie te moeilijk gebleken. Ze werd afgeluisterd, vastgezet, en veroordeeld.
    De rechter zei: ’De misdaad is ernstig en dient zwaar gestraft’. Daaruit blijkt dat ernst een hoog soortelijk gewicht heeft. De zwaartekracht is een geducht strafrechtelijk hulpmiddel. En de rechter beslist over de zwaarte. Die beslissing hakt zwaar los van licht.
    Dieren zijn in zekere zin allemaal onschuldig, in onze ogen tenmindste, althans in hun onderlinge betrekkingen. Naar ons toe ligt dat anders, als de fret of de marter zich onder de motorkap aan het rubber van de kabels tegoed heeft gedaan.
    Zijn lichte dieren onschuldiger, en vermomt de potvis haar schuld door zich in een medium te begeven waarbij haar gewicht wordt opgeheven? Het grootste dier ter aarde zweeft gracieus als een condor, klapwiekt langs riffen en overbrucht moeiteloos oceanen. De schuld van de grient blijkt pas bij het aanspoelen op het strand, en de kinderen mogen met hun ouders mee op zondagmiddag. Het hele gezin aangetrokken door de comotie, het nieuwsitem op de radio, en de nabijheid van het strand. Bij de aanblik van zo een grote zware dood, dood door zwaartekracht, geworgt door hun eigen gewicht, huilen ze , en beseffen niet dat ze met niets anders bezig zijn dan met het verzamelen van droeve bouwstenen in hun herinneringsbibliotheek waarmee ze later hun eigen ongeluk kunnen vormgeven, als ook zij groot en zwaar zijn geworden, en niet meer kunnen opstaan van waar ze zijn gevallen en bezweken.
    De rechter laat het feit zwaar wegen, als dompteur van het aardmagnetisme. Zouden de kinderen niet huilen bij de potvis omdat de natuurlijke reflex als ze zwemmen, het hoofd boven water houden, niet voor alle levende wezens reddend is? De walvisen houden hun hoofd boven water, sterven, en krijgen daardoor menselijke trekken.
    Waarom worden we bij ellende niet lichter? Waarom geven we de moed niet neer. Ik heb zo’n behoefte om deze hierarchie (is het dat wel?) om te draaien! Dat de lichte dingen naar beneden bewegen, en de zware omhoogvallen. Huizen en wolkenkrabbers rukken aan hun fundamenten als geankerde boten in een onrustige zee, luchtballonnen en zeppelins dragen het firmamant. Vliegers aan dunne draden verkennen de toekomst boven ons tot ver in het onzichtbare, vuurpijlen zijn flessen met briefjes, hier was ik, ik hier stond ik, herinner me, zoek me zonder tijd te verliezen, overpeins mijn onvindbaarheid, en vind troost bij deze zwakke sporen. En andersom, de lichte feiten bliksemen naar beneden en de guiotinne valt, mijn hoofd kijkt somber naar opzij of schuin naar beneden, maar het is eigenlijk vrolijk. Het bloed stroomt feestelijk en vermengd zich met confetti.

Anne Maria

    Gehoord tijdens een discussie op tv.Als we een plafond van 59.000 vluchtelingen afspreken, en dan staat de 59.001ste voor de grens, laten we zeggen een gehandicapt meisje, als je die dan binnen laat, ‘dan laat je je gevoel spreken’, dan ga je 'een grens' over.
    Laten we in godsnaam de twee ‘verzwarende’ (of verzachtende?) omstandigheden, gehandicapt en meisje, buiten beschouwing laten. Het is ook zonder dat al krankzinnig genoeg. Ik vroeg me af of je geen grens over gaat als je dat meisje laat staan achter het prikkeldraad. Als je je gevoel laat spreken ga je een grens over, en ben je kennelijk onbetrouwbaar, en klaar om gediskwalificeerd te worden. Gediskwalificeerd door mensen die geloven dat het beter is om je aan de afspraak te houden. Want dat betekent ordening, helderheid, zekerheid, verantwoordelijkheid, overzichtelijkheid, en daar achter trompetteren betrouwbaarheid en eerlijkheid. Waaruit blijkt dat de ordening van de taal niet dezelfde is als die van de werkelijkheid.
    Zou de werkelijke tegenstelling niet beter uitgedrukt kunnen worden door te spreken over de spanning tussen stilstand en beweging? Europa begrijpt niet dat ze in Anne-Maria- Koekoek is beland. Zodra ze naar de grenzen kijkt, elke keer als ze wakker wordt, of als ze even met haar ogen heeft geknipperd is de vluchteling dichterbij gekomen. En op het laatst durft hij zelfs recht voor haar snufferd te naderen, open en bloot. Tegen alle regels in.
    Wat Europa zich niet realiseert is dat ook zij in beweging is. Ze trekt zich met haar zoutangst terug in haar slakkehuis, in de bibberige overtuiging dat er bij de achteruitgang, in de dubbele betekenis van het woord, wie weet een grote eerlijke portier zal staan die zorgt dat alles goed komt. Maar het is een doodlopende spiraal, en niks komt goed. Voor de vluchteling is de eerste bladzijde al omgeslagen, maar wij in Europa zijn nog met de proloog aan het worstelen. Ook wij zullen over onze grenzen moeten gaan, we zullen onze grenzen moeten verleggen tot áchter de vluchteling. Wat we wel moeten beseffen dat het kennelijk humane en moreel hoogstaande standpunt niet voor niets door Zarlando wordt afgeleverd. We zullen een welvaartsdaling moeten accepteren.